Erfpachter als melkkoe van de gemeente

De Onze­ker­heid over Erf­pacht Duurt Onver­min­derd Voort


Gemeente besluit tot invoering Eeuwigdurende Erfpacht voor bestaande rechten

De gemeente heeft op 28 juni 2017 een ‘historisch’ besluit genomen over de Overstapregeling van voortdurende erfpacht naar het eeuwigdurende erfpachtsysteem.

SEBA verzet zich fel tegen de besluitvorming omdat het Erfpacht Plan voor huiseigenaren Niet Veilig, Onduidelijk en Te Duur is. Er zit onder andere een gevaarlijke hefboomwerking in de Overstapregeling.

Voor een minderheid van de particuliere huiseigenaren pakt de Overstapregeling zeer voordelig uit. We zijn dan ook blij dat we dit voor deze groep (met name huiseigenaren in Zuid-Oost) hebben bereikt. Dit neemt niet weg dat voor het merendeel van de huiseigenaren de Overstapregeling niet goed is.

Geheel onverwacht heeft het college van B&W een week voor de besluitvorming in de gemeenteraad aangekondigd dat de erfpachtplannen niet referendabel zijn. Een kort geding dat we hebben aangespannen heeft niet kunnen voorkomen dat de gemeenteraad het besluit toch genomen heeft.

Omdat met de gang van zaken het democratisch proces in grove mate wordt geschonden hebben we Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland verzocht om op grond van het interbestuurlijk toezicht de erfpachtbesluiten van de gemeente Amsterdam binnen 10 dagen voor te dragen voor vernietiging door De Kroon. Van een dergelijke melding van GS gaat opschortende werking van de erfpachtbesluiten uit.

Spoedeisende noodzaak van vernietiging

De erfpachtbesluiten zijn in strijd met het recht en in strijd met het algemeen belang genomen omdat zowel de inwoners van Amsterdam de mogelijkheid van het opnieuw indienen van een correctief raadgevend referendumverzoek over de erfpachtbesluiten als een specifiek aan mij toegezegd erfpachtreferendum, is onthouden. Bij herhaling heeft het college de raad onjuist en onvolledig over de (on)mogelijkheid van de referendumvoorstellen erfpacht geïnformeerd. Het college en de coalitiepartijen D66, VVD en SP hebben het klemmende verzoek van de voltallige oppositie om de erfpachtbesluiten niet te behandelen in de raadsvergadering van 28 juni naast zich neergelegd.

Deze handelwijze van de gemeente is des te opmerkelijker, nu burgemeester Van der Laan in het interpellatiedebat hierover in de raad op 28 juni j.l meerdere keren heeft aangegeven dat er geen juridische zekerheid is omtrent de juistheid van deze beslissing over de referendumvoorstellen erfpacht. Hij zei hierbij zelfs uitdrukkelijk dat de gemeente graag een rechterlijk oordeel wil over de juistheid van dit referendumbesluit, maar dat de initiatiefnemer hier een bodemprocedure over moet beginnen. Hij gaf hierbij aan dat de gemeente alle medewerking zal geven aan het snel doorlopen van een juridische procedure.

Dat het uitschrijven van een referendum rechtsonzekerheid zou scheppen en willekeur in de hand zou werken, zoals de gemeente betoogt in een brief van het college aan de raad van 21 juni 2017, is het omdraaien van de zaak. Het brengt juist rechtsonzekerheid mee dat mij een specifiek aan mij toegezegd erfpachtreferendum wordt onthouden omdat de gemeente de referendumverordening tussentijds (en kennelijk op een niet door haar zelf goed begrepen wijze) wijzigt en, als puntje bij paaltje komt, plots en voor het eerst, na jarenlang anders te hebben geoordeeld, stelt dat een besluit over het erfpachtbeleid niet referendabel zou zijn.

Het brengt willekeur mee dat de gemeente, ondanks de specifiek aan mij gedane toezegging, met steeds weer andere argumenten het op werkelijk democratische wijze toetsen van het nieuwe erfpachtbeleid (middels een volksraadpleging) onmogelijk maakt.

Deze grove schending van het democratisch referendum middel door de gemeente Amsterdam zorgt ervoor dat er voor Gedeputeerde Staten een spoedeisende noodzaak is om een melding te doen bij Onze Minister om de erfpachtbesluiten voor te dragen voor vernietiging door De Kroon, zodat hier ook direct schorsende werking vanuit gaat.

Strijd met het recht

Het is een bestendig beleid van de gemeente Amsterdam om een actieve grondpolitiek te voeren door middel van het erfpachtstelsel.

In de ‘Verordening gronduitgifte en beheer met gebruikmaking van erfpacht Amsterdam 2017’ (Gemeenteblad 2017 Afd 1, nrs 425) heeft de gemeenteraad – naast de onder “bestuurlijke achtergrond” vermelde raadsbesluiten - in een publiekrechtelijke verordening (verder: Erfpachtverordening) vastgelegd dat de gemeente sinds 1896 erfpacht gebruikt als instrument ter uitvoering van haar actieve grondbeleid.

De onder “bestuurlijke achtergrond” vermelde besluiten betreft allereerst het raadsbesluit van 23 september 1896, nummer 525 waarbij het stelsel van uitgifte in (tijdelijke) erfpacht ingevoerd. Bij raadsbesluit van 8 december 1915, nummer 1271 is vervolgens het stelsel van voortdurende erfpacht ingevoerd. Het stelsel van voortdurende erfpacht is door de gemeenteraad meerdere malen herbevestigd, voor het laatst bij raadbesluit van 15 november 2000, nummer 689. Bij besluit van 22 juni 2016, nummer 187/664 heeft de gemeenteraad het uitgangspunt van gronduitgifte in erfpacht nogmaals bevestigd door middel van het invoeren van een stelsel van eeuwigdurende erfpacht.

De gemeente beroept zich ook in een veelheid van procedures expliciet op de democratische controle die de gemeenteraad op het erfpachtbeleid kan uitoefenen en dat de raad het erfpachtbeleid vaststelt. In het arrest van 29 april 2016 (ECLI:NL:HR:2016:769) overweegt de Hoge Raad ten aanzien daarvan bij rov 5.1.6:

“In deze zaak is in dit verband onder meer van belang dat de erfpachtvoorwaarden deel uitmaken van het beleid van de Gemeente dat zij voert als overheid met betrekking tot de grond binnen haar grenzen, …, dat de voorwaarden worden getoetst en vastgesteld door de raad van de Gemeente (dat een democratisch gekozen, vertegenwoordigend orgaan is),…”[onderstreping KdL]

Aan de ene kant beroept de gemeente zich dus in rechte erop dat de gemeenteraad bepalend is bij het erfpachtbeleid. Daarmee beoogt de gemeente, indien het beleid in rechte wordt aangevallen, aan te geven hoe zorgvuldig en democratisch dat erfpachtbeleid tot stand komt. Aan de andere kant, als er sprake is van het houden van een referendum (het optimale democratische middel) geeft de gemeente niet thuis. Het kan niet allebei waar zijn.

Het wijzigen van het actieve grondbeleid is een beslissing van de gemeenteraad zoals bedoeld in artikel 26 van de ‘Verordening op het burgerinitiatief, het volksinitiatief en het referendum’ (verder: Referendumverordening). In de Erfpachtverordening is expliciet ook het raadsbesluit van 22 juni 2016 over de invoering van een stelsel van eeuwigdurende erfpacht opgenomen als voorbeeld van een wijziging in het actieve grondbeleid.

Het advies van de referendumcommissie van 9 juni 2017 en de hierop gebaseerde eerdergenoemde brief van het college aan de raad van 21 juni 2017, dat de gemeenteraad in juridische zin niet bevoegd is tot het vaststellen van welk besluit over de erfpachtvoorwaarden of het erfpachtstelsel dan ook, is dan ook onjuist. Anders was er geen noodzaak geweest om te besluiten tot de publiekrechtelijke Erfpachtverordening. Uitgegaan moet worden van het door de gemeente in rechte ingenomen standpunt, zoals dat door de Hoge Raad is vastgesteld.

Strijd met het algemeen belang

Als gevolg van het onjuiste advies van de referendumcommissie en het besluit van het college en de coalitiepartijen om vervolgens, zonder een periode van bezinning, mediation of ‘stand still’ in te lassen, de hiervoor genoemde erfpachtbesluiten zo snel mogelijk te nemen, wordt aan de inwoners van Amsterdam het democratische recht van een (nieuw) erfpachtreferendum ontnomen. De voltallige oppositie was tegen deze gang van zaken.

Daarbij komt dat het college gebonden is aan de toezegging aan mij van 2 april 2014 om een volksraadpleging uit te schrijven over de erfpachtbesluiten indien ik dit wens en de besluiten ‘soortgelijke’ uitgangspunten bevatten als waartegen het eerdere (ingetrokken) erfpachtreferendum van 22 mei 2014 zich richtte. In de gemeenteraad of de raadscommissie Algemene Zaken is mijn verzoek hiertoe nog niet behandeld. Ook heb ik nog niet kunnen reageren op het standpunt van het college in deze, dat ik voor het eerst vernomen heb tijdens de zitting van het kort geding dat ik had aangespannen van woensdag 28 juni 2017.

Noch het college noch de referendumcommissie hebben hoor- en wederhoor toegepast over waarom ik de uitgangspunten van de erfpachtbesluiten soortgelijk vind. Ik wil hiertoe in de gelegenheid worden gesteld alvorens de raad dit behandelt.


Koen de Lange
Voorzitter Stichting Erfpachters Belang Amsterdam (SEBA)

NB: de brief is op sommige plaatsen in de ik-vorm geschreven omdat ik als natuurlijk persoon het referendumverzoek heb gedaan. Dit moet worden opgevat als 35.990 inwoners van Amsterdam die het referendumverzoek ondersteund hebben.

© 2012-2024 | Created by Erik Verheul